Wednesday, December 19, 2007


Je hebt het me wel 'ns gezegd
misschien later nog een keer
maar als je het me kon laten voelen
betekende het nog heel veel meer.

Saturday, December 15, 2007

"Ik hou van mij"



Ik hou van mij hoor je nooit zingen
Ik hou van mij wordt nooit gezegd
Maar ik hou van mij ga ik toch zingen
Want ik hou van mij, van mij alleen en ik meen het echt.

Ik hou van mij want ik ben te vertrouwen
Ik hou van mij, van mij kan ik op aan
Ik hou van mij, op mij kan ik tenminste bouwen
Ik hou van mij en ik laat mij nooit meer gaan.

Ik blijf bij mij en niet voor even
Ik blijf bij mij voor eeuwig en altijd
Ik ben zelfs bereid mijn leven voor mezelf te geven
Ik blijf bij mij tot de dood ons scheidt.

Ik hou van jou zeg ik soms ook wel
ik hou van jou en ik meen het echt
Ik hou van jou zeg ik alleen maar voor de spiegel
Zo komt ik hou van jou weer bij mezelf terecht.

Ik hou van mij, van mij, en van geen ander
Ik ben verreweg de leukste die ik ken
Ik hoef mezelf zonodig van mij niet te veranderen
Ik hou van mij, mezelf, gewoon zoals ik ben.

Want ik hou van jou betekent meestal
Schat, hier heb je mijn problemen, los maar op
Leef in een hel, ik verwacht van jou de hemel
Ja, je geeft de hel weg, dank je wel zeg, rot lekker op.

Want ik hou van jou is niet de sleutel tot de ander
Maar ik hou van mij, al klinkt het bot en slecht
Want wie van zichzelf houdt
Die geeft pas echt iets kostbaars
Als-ie ik hou van jou tegen een ander zegt.

Thursday, December 6, 2007

De maan


De maan is heel ver weg
Hoe hard ik het ook probeer
Ik kan er echt niet bij

Maar als je even kijkt
Tegelijkertijd met mij
Dan brengt deze zelfde maan
Ons dichterbij

Saturday, December 1, 2007

Missen (Toon Tellegen)

Een ochtend klopte de mier al vroeg op de deur van de eekhoorn.
‘Gezellig,’ zei de eekhoorn.
‘Maar daar kom ik niet voor,’ zei de mier.
‘Maar je hebt toch wel zin in wat stroop?’
‘Nou ja … een klein beetje dan.’
Met zijn mond vol stroop vertelde de mier waarvoor hij gekomen was.

‘We moesten elkaar een tijdje niet zien,’ zei hij.
‘Waarom niet?’ vroeg de eekhoorn verbaasd.
Hij vond het juist heel gezellig als de mier zo maar langs kwam.
Hij had zijn mond vol pap en keek de mier met grote ogen aan.

‘Om erachter te komen of we elkaar zullen missen,’ zei de mier.
‘Missen?’
‘Missen. Je weet toch wel wat dat is?’
‘Nee,’ zei de eekhoorn.
‘Missen is iets wat je voelt als iets er niet is.’
‘Wat voel je dan?’
‘Ja, daar gaat het nou om.’
‘Dan zullen we elkaar dus missen,’ zei de eekhoorn verdrietig.
‘Nee,’ zei de mier, ‘want we kunnen elkaar ook vergeten.’
‘Vergeten! Jou?!’ riep de eekhoorn .
‘Nou,’ zei de mier. ‘Schreeuw maar niet zo hard.’
De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen.
‘Ik zal jou nooit vergeten,’ zei hij zacht.
‘Nou ja,’ zei de mier. ‘ Dan moeten we nog maar afwachten. Dag!’

En heel plotseling stapte hij de deur uit en liet zich langs de stam van de beuk naar beneden zakken.
De eekhoorn begon hem onmiddellijk te missen.
‘Mier,’ riep hij ‘ik mis je!’ Zijn stem kaatste heen en weer tussen de bomen.
‘Dat kan nu nog niet!’ zei de mier. ‘Ik ben nog niet eens weg!’
‘Maar toch is het zo!’ riep de eekhoorn.
‘Wacht nou toch even,’ klonk de stem van de mier nog uit de verte.
De eekhoorn zuchtte en besloot te wachten. Maar hij miste de mier steeds heviger.
Soms dacht hij even aan beukenotenmoes, of aan de verjaardag van de tor, die avond , maar dan miste hij de mier weer.
’s Middags hield hij het niet langer uit en ging hij naar buiten.
Maar hij had nog geen 3 stappen gedaan of hij kwam de mier tegen moe, bezweet, maar tevreden.

‘Het klopt,’ zei de mier. ‘Ik mis jou ook. En ik ben je niet vergeten.’
‘Zie je wel,’ zei de eekhoorn.
‘Ja,’ zei de mier.
En met hun armen om elkaars schouders liepen zij naar de rivier om naar het glinsteren van de golven te gaan kijken.